Wat is RAID?
Redundante Array van Onafhankelijke Schijven (RAID) is een virtualisatietechnologie voor gegevensopslag die meerdere schijfcomponenten combineert in één logische eenheid voor gegevensredundantie en prestatieverbetering.
Meer Over RAID
RAID, wat staat voor Redundant Array of Independent Disks, is een schijfopslagsysteem dat meerdere fysieke schijven combineert tot één logische eenheid. Het biedt de gebruiker verschillende voordelen op het gebied van prestaties, betrouwbaarheid en schaalbaarheid. Om een beginner een goed afgerond begrip van RAID-technologie te geven, volgt hier een kort overzicht van enkele van de belangrijkste subonderwerpen:
Oorsprong
Het concept van RAID is oorspronkelijk ontwikkeld in 1987 door een team van onderzoekers van de Universiteit van Californië, Berkeley. Het was ontworpen om te beschermen tegen het falen van enkele schijfstations, voornamelijk door het gebruik van pariteit-gebaseerde gegevensredundantie. Sindsdien is RAID geïmplementeerd in veel verschillende soorten opslagsystemen en is het nu een van de meest voorkomende benaderingen voor schijfgebaseerde opslag.
Toepassingen Van RAID
RAID is een zeer populaire technologie die zowel in consumenten- als professionele omgevingen wordt gebruikt. In consumententoepassingen wordt RAID meestal gebruikt om de opslagcapaciteit van computers en andere apparaten, zoals NAS-systemen (Network Attached Storage), te vergroten. Dit biedt gebruikers extra ruimte voor het opslaan van hun bestanden zonder dat ze meer fysieke schijven hoeven te kopen.
In professionele omgevingen wordt RAID vaak gebruikt om zeer betrouwbare oplossingen voor opslag te creëren voor bedrijfskritieke applicaties. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden in datacenters waar bedrijven grote hoeveelheden gevoelige gegevens hebben die beschermd moeten worden tegen mogelijke hardwarestoringen of kwaadaardige aanvallen. Het kan ook een betere prestatie bieden dan een enkele schijf door meerdere schijven tegelijkertijd gegevens te laten lezen en schrijven.
RAID-niveaus
RAID 0 (ook bekend als Striping)
RAID 0 verdeelt gegevens over meerdere schijven, waardoor de lees- en schrijfsnelheid van het opslagsysteem toeneemt.
RAID 1 (ook bekend als Spiegelen)
RAID 1 maakt een exacte kopie van alle gegevens op een tweede schijf, waardoor het zeer veerkrachtig is tegen schijffalen.
RAID 2 (ook bekend als Bitniveau-streping met Pariteit)
RAID 2 verdeelt gegevens op bitniveau en gebruikt Hamming-foutcorrectiecodes voor fouttolerantie.
RAID 3 (ook bekend als Byte-niveau Striping met Pariteit)
RAID 3 verdeelt gegevens op byte-niveau met specifieke pariteitsdrives. Dit maakt redundantie bij het falen van één schijf mogelijk en biedt tegelijkertijd hogere overdrachtssnelheden dan andere niveaus.
RAID 4 (ook bekend als blokniveau-stripering met pariteit)
RAID 4 verdeelt gegevens op blokniveau, waardoor de prestaties verbeteren door betere paralleliteit en snellere heropbouw in vergelijking met RAID 5.
RAID 5 (ook bekend als blokniveau-striping met gedistribueerde pariteit)
RAID 5 verdeelt pariteitsblokken over alle schijven in de array, wat betekent dat elke schijf kan uitvallen zonder de toegang tot de andere schijven te beïnvloeden.
RAID 6 (ook bekend als blokniveau-striping met dubbele pariteit)
RAID 6 lijkt op RAID 5 maar heeft twee sets pariteitsinformatie opgeslagen op meerdere schijven, waardoor het nog beter bestand is tegen schijffouten.